Reis naar de Baltische Staten met de NKC, juli, aug.,sept 2014

31 juli 2014

VERSLAG VAN BALTISCHE REIS JULI-AUGUSTUS 2014

 

Zondag 13 juli.         Km.40817. Bewolkt maar droog.

Vertrokken om 08.10, uniek voor ons. Via Meppel, Hoogeveen en Emmen naar Duitsland gereden. Eerste koffie na iets meer dan 100 km vlak voor de grens, waarvan we de naam maar niet kunnen onthouden. We hebben er de eerste keer met de camper gestaan toen we voor het eerst op stap waren, en toen was het één kale vlakte; nu zijn er vakken gemaakt voor vrachtauto’s, en die staan er dus, bijna alle vakken vol. We eten zomaar ieder een gevulde koek, die gaat erin als..

We rijden door, langs Meppen, bij Ems-Vechte tanken we, want we zijn, zeer tegen onze gewoonte, maar met een halfvolle tank vertrokken. De plek is duidelijk een verkeerde keuze, de diesel kost er 1,519 per liter! Zoveel heb ik nog nooit betaald.. Om 13.30 komen we op de camperplaats in Hameln aan, 321,5 km afgelegd.. Veel grote wegen en tegen de 100km/u dat schiet dus wel op. We zetten de stoelen buiten, want de zon komt af en toe door, en dan komen onze reisgenoten aan. Die hebben zo’n 100 km gereden, door het land, lekker rustig. Doen wij morgen ook.

Nel heeft het niet al te best, voedselvergiftiging, diarree en overgeven; zij gaat een dutje doen terwijl wij met Pieter een wandelingetje door Hameln maken: je moet toch de rattenvanger hebben gezien. Er staan overal afbeeldingen, zelfs een pop voor de ingang van een museum(pje), maar even verderop staat-ie in brons, met zijn toeter aan de mond. En later zien we overal de ratten, bronzen plaatjes van ratten tussen de gewone kinderkopjes. We lopen weer terug langs de Wezer. We zijn hier eerder geweest, met de Oranjereis in 2003, maar ik herken niets. Toen maakten we een vaartocht over de Wezer, vanaf Bodenwerder (van de baron van Münchhausen, overal beelden van zijn verhalen, o.a. het halve paard) naar de zuiden, tot de sluizen..) We deden toen ook Hameln aan, maar het lijkt wel allemaal nieuw…  Toch is dit een mooi land, dit Wezer-bergland. Terug op de camperplaats eten we, en later kijken we de wedstrijd Duitsland-Argentinië. Verdiend gewonnen door Duitsland, vinden we. We horen nog lang auto’s toeteren, maar gehorig is het hier toch vlakbij het centrum en dichtbij de industriewijk. Het regent af en toe flink.

Maandag 14 juli. Van Hameln naar via Hildesheim naar Bad Gandersheim.

 Al vroeg gewekt door af-en aanrijdende vrachtauto’s en laad-en loslawaai. Om half acht ga ik er maar uit, het wordt toch niks. Ik maak kopjes thee en de ochtendbakjes, ik heb de boiler voor het douchen al om half zeven aangezet. Douchen doen we nu bij onszelf, er is hier niets dan alleen muntautomaten, 8 euro om een “Parkschein”, één euro voor 8 uur stroom, en een euro voor water.. Je hebt hier heel veel muntgeld nodig. Na het douchen blijkt dat Pieter ook niet helemaal fris is, en Nel krijgt nog een handvol Norit van A. We gaan op weg naar Hildesheim, om de romaanse St. Michaeliskerk te bekijken , en de Dom, de Mariakerk. We rijden langs de St.Michaelis, kunnen er niet parkeren, maar vinden gelukkig gauw een parkeerplaats bij het Museum. We kunnen nèt door de poort met slagboom, maar een prima plek. We lopen terug naar de kerk, prachtig van eenvoud, nieuw-gemaakte delen zijn goed te zien, maar mooi.. Binnen zit iemand op het orgel te spelen, klinkt overdonderend maar mooi. Om 12 uur is er een kleine dienst van een kwartier met muziek, dat maken we niet mee. We lopen rond het gebouw met restant van de kloostergang van het Benedictijner klooster waar de kerk deel van uit maakte, en in de tuin.

Dan gaan we op weg naar die àndere kerk..  Overal staan borden met het centrum erop getekend, en nummers van de meest bekende plekken, maar géén Mariakerk. We lopen de hoofdweg weer af, komen bij een vroeg-gothische kerk, de Andreaskerk, ook mooi. In de buurt drinken we koffie, en vragen daarna naar de Mariakerk.. hier niet bekend. Dan maar de richting van de Dom uit, serveerster zei : àls je daar al terecht kunt, men is er aan het bouwen..  

En dat is zo, we mógen er eigenlijk niet bij, worden weggestuurd, over drie weken is het klaar…Dat lijkt mij een bijna Braziliaans verhaal, er staat nog een enorme hoeveelheid steen..  We maken toch een paar foto’s en willen dan terug, we verdwalen half, ik vraag de weg tòch maar aan een paar inwoners, en zo komen we terug bij het museum. Ook hier met munten betalen, maar goed dat ik bij de koffie heb gevraagd om munt geld terug. Nu naar Alfeld, waarnaartoe we onderweg lunchen, en dan naar de Fagus fabriek,  gebouwd door Walter Gropius, voor een fabriek van schoenleesten  van europese schoenfabrieken. Allemaal handwerk, later half machinaal, en van vnl. hout van de Fagus sylvaniensis, de rode beuk. Het hout haalde men uit de bossen van de omgeving, bewerkte en droogde het zelf, dus is het ook een tentoonstelling van houtbewerking, bijv. voor de scheepsbouw: in de 18e eeuw had men voor een zeeschip 3500 grote bomen nodig. Verder info over het maken van schoenen, en schoenmode.. We blijven er tot ver na sluitingstijd, en dat was om 16.00 uur.. we rijden naar Bad Gandersheim om te overnachten, en ook hier hebben we munten nodig voor de parkeerautomaat en water- inname, en ook voor de elektra, waar je munten van 50 cent in moet doen.. Ja, zegt de man die later komt kontroleren of we hebben betaald, als je in Duitsland op camperplaatsen komt moet je een flinke rol met munten meenemen. Na het eten maken A en ik een wandelingetje naar en door het stadje, met een mooie romaanse kerk met front van dubbele toren, veel vakwerkhuizen, en   een heerlijk ijsje bij een italiaans ijscafe. Het wordt gauw donker, en we slapen weer voortreffelijk.

 

Dinsdag 15 juli. Van Bad Gandersheim naar via Goslar naar Bad Harzburg.

 Alweer mooi weer, maar het is nog steeds niet vast. Na zon komen er steeds weer wolkenluchten. We vertrekken om 10.15 van de camperplaats, we hebben gelukkig al een kopje koffie van eigen zetsel gehad, en rijden door het stadje Bad Gandersheim, aan het riviertje de Gande, dus. Rijdend langs de parkeerplaats besluit Pieter ter plekke dat hij nog een foto wil maken, en stopt prompt; dat mag niet, er is een parkeerwacht die het tegen hem zegt, maar we mogen wèl even op de plaats van de toeristenbus gaan staan. P. komt al gauw terug, en dan vervolgen we onze reis. We gaan naar Goslar, via Clausthal-Zellerfeld, waar we waterwerken zouden moeten kunnen zien in het kader van onze bezoeken aan Werelderfgoederen, maar we eindigen op een weg vol kuilen in het bos.. Dan maar door naar Goslar, waar we op een parkeerplaats komen waar ook campers mogen staan . Daar lopen we naar het centrum, waar we  heel veel vakwerkhuizen zien en eindigen op de makt in de zon en drinken daar eindelijk de cappucino. Staande op het marktplein zien we de VVV, daar halen we een kaartje, want het wandelkaartje in de Capitoolgids Duitsland is wel èrg summier. We zijn zo laat dat we uiteindelijk maar besluiten hier te lunchen en dan verder te wandelen. Drie maal regenboogforel, en een bordje met brood en gebakken ei, met gesmolten kaas  en champignonsaus (voor mij dus). We zitten er lang, het zit er ook lekker, het is mooi weer. Maar dan naar het stadhuis met een zaal vol schilderingen, de Huldigingszaal. Je mag niet in de echte zaal, maar er is een presentatie, waarbij de wanden vol zitten met dia’s van de echte zaal. Allemaal uit de middeleeuwen, en mooi. Verder, naar de Pfarrkirche, ook een mooie kerk, met ongelijke torens aan het front en dan naar het zuidelijkste punt van het centrum met de (nagemaakte) Kaiserpfalz met een beeld van keizer Barbarossa. En dan weer naar het parkeerterrein. Het is te laat om nog naar het bergbaumuseum in Rammelsberg te gaan, dus rijden we naar onze overnachtingsplaats in Bad Harzburg, dus in de Harz, op de uitbreiding van een een camperplaats, die knap stoffig is.. wéér een zonder douche. We eten ons brood van thuis, en dat is nog lekker. Om 11 uur vind ik het welletjes, we gaan slapen.

 

Woensdag 16 juli. Van Bad Harzburg naar Quedlinburg.

Toen ik om half vijf wakker werd was de elektra op, muntje erbij. We deelden een stopkontakt, dat is wel zo makkelijk. P en N willen het Bergbaumuseum in Rammelsberg bekijken, wij hoeven niet; we spreken af dat we elkaar in Quedlinburg weer ontmoeten. V.10.20 We tanken nog even bij de Aral.Wij doen uitgebreid boodschappen op een enorm winkelterrein bij Wernigerode, en als we op de Parkplatz bij het slot komen staan P en N er al. Wij verbaasd dat ze er al zijn, zij verbaasd dat we nog niet weg zijn. Samen omhoog naar de Stiftskerk StServatius, een hele klim. Daarna door de straatjes vol vakwerkhuizen naar de markt waar er nog markt is. We eindigen aan een tafeltje met ieder een grote ijscoupe voor ons. Terug door de straatjes, naar de camper en naar de camperplaats , een plek met veel betonplaten dichtbij Qedlinburg, bij een vroegere boerderij, waar we lekker in de hete zon zitten. Tot tien uur buiten, dan wordt het kil.

Donderdag 17 juli. Van Quedlinburg naar Oranienburg.

Alweer prachtig weer. Er is een douche in een van de grote gebouwen, maar de twee wc’s zitten in dezelfde ruimte en de douche is helemaal open: dus de enige manier is alles voor anderen af te sluiten, het bordje “FREI” om te draaien tot “BESETZT” en de deur op slot te doen. We gaan dus samen de douche ruimte in, en douchen lekker. We zijn zoals elke dag de eersten van ons tweeën, en hebben daarna alle tijd voor een kopje koffie. V. om 10.45 km.41396. P en N willen nog kijken in Dessau bij het Bauhaus, en nog naar het Park bij Wörlitz. Dat hebben wij uitgebreid bekeken op de Oranje reis, dus wij rijden na Dessau, we hebben onderweg nog gezamenlijk koffie gedronken bij een McDo., direct door naar Oranienbaum, waar in de buurt ook een camperplaats moet zijn. Truus vertelt ons dat we er zijn , maar dat kan nog niet en er is ook niets en dus rijden we door. Bij een bocht in de weg zien we een groot bord dat de camperplaats aankondigt… maar wáár. A. 14.00 uur, km. 41396, afg. 100 km. Ik informeer, en we zijn al voorbij de ingang. Dus terug en het veld op. Een paar uiterst vriendelijke (oost)duitse mensen verwelkomen ons, vertellen waar we moeten staan, schuin dus, en we laten plek één voor P en N over. Het is een verkeersparkje en speeltuin voor kinderen. We gebruiken de stelpoten want we staan schuin naar de verkeerde kant, en dan gaan we naar het paleis lopen.. Dat blijkt wel ver, dus na 100 m. gaan we terug en haal ik de fietsen uit de garage. Op de fiets zijn we er zo, het is braadheet, dus is fietsen ook wel lekker. We betalen entree, en daar heb ik geen spijt van ondanks het feit dat het kasteeltje zwaar vervallen is. Hoewel in 2004 Beatrix er is geweest en een flinke zak met geld heeft achtergelaten, kraken de vloeren enorm en vallen de wanden bijna in. De geschiedenis van het grote buitenhuis wordt verteld, alle 4 dochters van Fred.Hendrik hebben een duitse vorst getrouwd en hebben een Oranjekasteeltje nagelaten. Dat is mooi, maar je leest wel dat ze een enorme rijkdom mee hebben genomen. Bij de dood van hun moeder, Amalia van Solms, heeft Catharina Henriëtte, die hier ging wonen, ruim 130 schilderijen van Hollandse meesters meegenomen, en ze had nogal wat bij haar huwelijk met de vorst van Saksen-Anhalt meegesleept.  Als ze hier niet snel werken is dit gebouw over 10 jaar een puinhoop.     

Als we terugkomen zijn  P en N er nog niet. De plek naast ons is al eerder in bezit genomen door andere nederlanders, en pas laat komen onze medereizigers. Wij hebben dan al opperdoezen en boontjes gegeten, en we drinken gezamenlijk koffie, aanmaakzakjes cappuchino van Pieter.. best lekker. We praten nog na en dan moet Pieter aan het werk (reisverslag en foto’s van de Werelderfgoederen), en wij gaan slapen.

 

Vrijdag 18 juli. Van Oranienbaum naar Potsdam. We nemen afscheid van de beheerders van de camperplaats, die groepen kleine kinderen wegwijs maken in het verkeer in  dit kleine verkeers-en speeltuintje. Ik vraag hen of dit allemaal vrijwilligerswerk is, en krijg als antwoord : een euro per dag…

Vandaag willen we Lutherstadt Wittenberg bekijken, en daarna naar Potsdam. A. heeft wat buikpijn over de drukte en de plek waar we moeten overnachten, alleen stroom, verder niets. We vertrekken om 10.45, km. 41497, en rijden via kleine wegen naar Wittenberg. We zien een parkeerplaats waar je ook campers neer kunt zetten, en wandelen de stad in. De Slotkerk waar Luther predikte staat in de steigers, daar kan je niet in, die moet klaar gemaakt worden voor het Lutherjaar 2017 ( 500 jaar na de geboorte van Luther. Wij wandelen door, drinken koffie bij een ijsrestaurant, wandelen verder door de hete stad. Je ziet hier, net als in alle steden waar we zijn  geweest, veel van die ijsrestaurantjes. We hebben allerminst te klagen over het weer. We lopen het hele centrum door, tot het eind, en ik herken niets van de Oranjereis, en toen waren we hier ook. Om een uur of twee besluiten we maar te lunchen bij een Italiaans restaurant, dan zijn we maar weer klaar. We lopen terug naar de bloedhete camper, en rijden naar Potsdam, waar de nodige omleidingen zijn.. We raken daardoor een beetje van ons pad, maar besluiten uiteindelijk ons er niets van aan te trekken, en daar doen we goed aan, want er is niks aan de hand. Alleen waar we rechtsaf zouden moeten gaat P linksaf, want hij had de Lidl in z’n routeplanner ingetoetst en dat wisten we nog niet. We rijden achter hem aan en gaan naast de Knaus van P en N staan, en doen ook boodschappen, o.a. fruit voor de ochtendhap. Dan rijden we door naar de camperplaats in Krongut Bornstedt, een enorm parkeerterrein ingedeeld met randen van struiken, waar we wat schaduw van hebben. Het is alweer heel heet, je bent blij als je wat schaduw hebt om in te zitten. A. 41600, afg. 103 km. eerst heeft P in z’n eentje, en later ik mee, een verkenningstochtje gelopen: want waar moeten we naar toe, welke richting uit? We hadden ons de moeite kunnen besparen, als we weer bijna op ons plekje zijn vragen we het toch maar aan een Belgisch stel en die antwoorden heel simpel: dat paadje af, en dan rechtsaf en je bent er zo. Ja, die kant, over het paadje met de aanwijzer waarop staat “Krongut”,hadden we al gelopen, dus we weten de route.                    Dan horen we van Pieter die de televisie regelmatig bekijkt van de vliegtuigramp met het Maleisische toestel de MH17. Dat is toch verschrikkelijk; de dagen hierna volgen we het nieuws wel weer en zien hoeveel mensen door dit neerschieten van een gewoon Passagierstoestel getroffen worden..                                                                          Moet ik morgenochtend eerst toch nog even verkennen op de fiets? We zien nog wel, eerst de nacht door op het hete beton. De koelkast aan de paal, ook een automaat, 50 cent per kWh., en steeds bijvullen.  We zitten nog lang in de schaduw buiten, het is binnen te heet om te wezen.

 

Zaterdag 19 juli. Vandaag gaan we Potsdam bekijken, o.a. Sans Souci. We lopen in de brandende zon het paadje af, en de straat af. Onderweg nog een italiaans aandoende campanile, en dat klopt ook wel, hij is al 200 jaar geleden gebouwd met Italië als voorbeeld. En even verder de vroegere brouwerij van de paleizen die hier vlakbij staan. Na 10 minuten komen we op de grote parkeerplaats voor bussen, en staan we oog in oog met de hollandse molen, waarvan de wieken draaien, op een electrische motor waarschijnlijk, want er is geen wind. We kopen kaartjes (€12,- p.p.)voor het bekijken van de binnenkant van Sans Souci, maar het duurt nog wel 3 kwartier voor we er in kunnen, dus eerst maar de gebruikelijke ochtendkoffie van P en N. € 3,00 voor een kartonnen bekertje, dus ik doe er niets bij. Als we de koffie op hebben lopen we rond het buitenhuis van Friedrich ( der Alte Fritz) waar nog wel eens een laagje verf op mag; en het beeldhouwwerk mag ook wel eens schoongemaakt. Na een kwartiertje wachten mag onze tijdsgroep erin, iedere 5 minuten een groep van zo’n 20 man. We hebben een audiotour, in het nederlands, en dat is ècht leuk. We worden vol informatie gestopt, en onthouden er weinig van, maar èrg leuk. Na de tour lopen we naar beneden, langs de terrassen met wijnstokken naar de vijver met fontein, en dan door de tuin naar de Orangerie, dat eigenlijk ook een paleis werd voor gasten die hier logeerden. Dan hebben onze benen al weer genoeg werk verzet, we gaan nog even achter de molen voor een ijsje en dan terug naar de parkplatz. Daar is het alweer en nog steeds erg heet, maar we zitten in de schaduw van de luifels. Later haalt P zijn nieuwe mini bbq tevoorschijn en roosteren we, of liever hij. Gelardeerd met onze eigen lekkere rode wijn en de salade van A. eten we heerlijk. Later komen een paar jongemannen ons vragen of we er bezwaar tegen hebben dat ze wat vuurwerk afschieten ter gelegenheid van het huwelijk van hun zuster ( we hadden de bruid al gezien bij de kerk waar we langskwamen). Het wordt een minuut of tien van enorme knallen en mooi siervuurwerk, en dan kunnen we gaan slapen.

 

Zondag 20 juli. Al weer prachtig weer. Van Potsdam (Am Krongut) naar Berlijn . V.10.30, afrekenen met een parkeerautomaat, €10,- per nacht. We zijn het erover eens geworden dat we naar een andere camperplaats gaan dan eerst de opzet was. We zouden naar Köpenick, maar we gaan naar Waidmannsluster Damm, dat lijkt, althans op papier, wat beter. Het is toch nog ruim 25 km, en bij aankomst lijkt het bijna vol, maar we kunnen twee plaatsen naast elkaar krijgen, kunnen we net als op Am Krongut naast elkaar staan met de luifels tegen elkaar. Ook hier moet er behoorlijk worden betaald. Zelfs voor de toegang tot het toiletgebouw      €4,- per camper per dag plus voor douchen dan nog eens €1,- extra.. dàt doen we dus niet, we zijn al aardig geoefend in het douchen in de camper, dus we doen het wel zelf. We zijn hier wel redelijk dicht bij een station van de U-bahn, dus dat is meegenomen. In het station kopen we, na veel gezoek, voor ieder een kaart voor drie dagen vervoer en toegang tot het Museuminsel, want dat willen we ook nog. We rijden met de U-bahn naar het centrum, de Friedrichstrasse, al moeten we in het begin een paar keer overstappen omdat ze hier met de baan bezig zijn.. dat hadden we niet begrepen, zodat we de eerste keer een heen-en-weer-tochie hadden, van Alt Tegel naar het derde station, en we bleven zitten en reden terug naar Alt Tegel. Nu hebben we het wel door en kijken we beter uit, en vooral: we verstaan het duits beter. We gaan toch de stad een beetje verkennen, nemen een rondtour bus en stappen uit bij checkpoint Charlie. Vandaar wandelen we terug naar Unter de Linden. Alles staat hier in de steigers, ook midden op Unter den Linden staan schuttingen en bouwkranen. We lopen terug naar de Friedrichstrasse, op zoek naar een niet te duur diner. Dat vinden we vlak voor het U-bahn station Friedrichstrasse en daar eten we lekker (Block House). Dan met de U bahn terug naar onze campers, we praten nog wat na, maar het is al laat dus gaan we slapen. Morgen gaan we wandelen langs de bekendste plaatsen.

 

Maandag 21 juli. Alwéér stralend weer, al wordt het later wat “brodzich”. We vertrekken zoals gewoonlijk niet voor 12 uur, dan hebben A en ik de koffie al op (en ook alvast maar een boterhammetje), en rijden weer met de ondergrondse naar de Friedrichstrasse. We willen onze wandeling beginnen bij de Fernsehturm, en overwegen naar boven te gaan, maar doen het toch maar niet. We volgen een wandelroute in een Berlijn-boekje, Alexanderplatz, waar de toren staat, dan langs het Rode gemeente huis, kijken er even in maar de zalen zijn dicht, dan naar de beelden van Marx en Engels, die wil P fotograferen, verder langs de Karl Liebknecht Strasse, langs de Dom, waar we niet naar binnen gaan, langs het parkje voor het Museum, verder langs de Unter den Linden, het Humboldtmuseum, langs de Unter den Linden naar de Brandenburger Tor, eronder door en rechtsaf naar het Bondsdaggebouw. Drinken wat bij een tentje, en vinden het welletjes, gaan met de ondergrondse van het Bondsdaggebouw naar het Hauptbahnhof, en dan met de trein naar Friedrichstrasse. Ik vind dit eigenlijk mijl op zeven, direkt lopen van het gebouw naar Friedrichstrasse was sneller geweest..  We stappen weer op de Ubahn naar huis en doen er vanwege drie keer overstappen bijna een uur over. We zijn te laat voor de groentestalletjes, misschien morgen. A maakt een lekkere omelet, prima slot voor vandaag.

 

Dinsdag 22 juli. Gisteravond laat werd het wat bewolkter, ik voelde ook één of twee druppels, en het werd wat frisser. Vannacht dus wat frisser, en beter geslapen.. Gisteravond dus de luifels ingedraaid, maar dat was helemaal niet nodig, vanmorgen weer een strakblauwe lucht. Dus: de luifels weer uitgedraaid, er komen wat meer wolken maar ’t is wel helder. We hebben besloten tòch maar in de Fernsehturm omhoog te gaan, het is bovendien wat helderder dan gisteren. Dan gaan we ná de Turm wel naar het Museuminsel. Als we er aankomen en kaartjes via de electronische kassa hebben gekocht blijkt dat we pas over tweeën-een-half uur aan de beurt zijn. Via de Karl Liebknechtstrasse en de oever van de Spree naar het Museum insel; daar kunnen we zonder wachten meteen naar binnen. Ik wil wàt ik zie, goed bekijken, dus de anderen zijn al vèr voor me uit. A vindt er niet veel aan zo, maar bij de kop van Nefertete kan ik wat meer vertellen. Maar overzichtelijk vind ik het niet: in een zaal vol papyrus-resten staan  de koppen van Aischulos en Euripides, en aan een andere kant Socrates, Plato en Demosthenes. Er is afgesproken om drie uur bij de ingang, want ong. half vier kunnen we naar verwachting in de Turm om hoog. Ik ben nog lang niet klaar, want er is zó veel te zien. We wandelen naar Alexanderplatz en we zijn mooi op tijd: tien voor vier mogen we omhoog, en we kunnen gelijk doorlopen.. Onze tassen worden onderzocht, maar ik mag ons flesje water meenemen. Met een snelle lift naar boven, 6 meter per seconde, en dan een werkelijk prachtig uitzicht. Later gaan we de trap op naar het restaurant en voor een kopje koffie, en daar is het uitzicht nog weer mooier en is het bovendien heerlijk koel, want Berlijn is werkelijk smoorheet. Totaal zijn we er meer dan een uur. Dan weer naar beneden, met de S bahn naar Friedrichstrasse, en dan gaan we weer eten bij de Block Steak, waar het ons eergisteren zo goed is bevallen. Ons geld vliégt werkelijk de portemonnee uit, maar we komen hier denkelijk nooit weer terug, dus…  Na het eten weer met de U-bahn naar huis, een kopje koffie, de luifels indraaien ( en wéér krijgen we allebei de draaistok niet uit z’n gat) en het verslag bijwerken. Een tegenslag: we hebben de koelkast niet aan gehad, het gehakt is ontdooid.. Dat gaat zó weg, P en N hebben eerder ingewandsproblemen gehad met waarschijnlijk ontdooid vlees.. We hebben afgesproken morgen te streven naar vertrek om 9 uur..

 

Woensdag 23 juli. Van Waidmannsluster Damm naar Stettin.                  Ik sta om 7 uur op, en vind het best lekker; het wordt weer warm, en nu is het nog, redelijk, fris. We douchen, ik ruim de buitenboel op, en even voor negenen zijn we klaar om af te reizen. Alleen nog even grijs water lozen; schoon water heb ik al genoeg gehaald met mijn onvolprezen plastic waterzak, 10 liter tegelijk. Ik moest ook wel, want gisterochtend stond ik nog half ingezeept in de douchecabine toen het water ophield; nog niet helemaal leeg, want de gewone kraantjes gaven nog wel wat water, maar de douche haalde het niet meer. Een aansporing om regelmatig de watervoorraad in de gaten te houden, maar daarvoor moet het luikje in de vloer open, want de aanwijzing op de display geeft al een half jaar 50 % aan als de voorraad vol is.. wel lastig, is daar nu niets op te verzinnen? Dus afvalwater lozen, maar er komt niets uit, we staan teveel met de kop naar beneden. Later, onderweg merken we wel dat er grijs water teveel is, het stinkt dan werkelijk on-be-daar-lijk!. Maar ach, alles went, en onderweg zomaar ergens lozen, dat willen we ook niet.  Pieter meldt dat zijn Tom2 de geest heeft gegeven, bij herstelwerkzaamheden aan  de verduistering vóór heeft hij het hefbed naar beneden gehaald, wat hij nooit doet, en Tom gekraakt. Zelfs resetten heeft geen effect, dus of ik onze mevr. Truus Snoepie aan het werk zet. Welnu, nadat P en N het water hebben gedaan, vertrekken we, om 09.25.   De eerste 50 meter doet ze het goed, en daarna is ze volledig de weg kwijt, een pijltje in het grijs. Dus gaat de onvolprezen navigator aan de gang, die heeft al àltijd de kaart op schoot, en moeiteloos schakelt ze om. Maar het is nogal lastig, door allerlei omleidingen kom je werkelijk nergens. Ten einde raad stoppen we voor overleg op het parkeerterrein van een Rewe-winkel, waar ook een Aldi te vinden is.. Eerst maar boodschappen doen. Ik zet de camper wel in de schaduw van een paar bomen, het is weer een hete dag vandaag. Na de boodschappen en overleg rijden we de op de kaart uitgezette route, en komen zonder al te grote problemen aan op ons eerste doel: een “Schiffhebewerk” tussen de Havel (bij Berlijn) en de Oder, een hoogteverschil van 36 meter, vroeger met een hele sluisgang, maar in de eervorige eeuw al vervangen door een soortgelijke uitvoering met bakken water en schepen erin die omhoog en omlaag gehesen werden. Nu is men er bezig met een nieuwe installatie die nog lang niet klaar is, maar waar in de toekomst ook duwbakken en containerschepen in verplaatst kunnen worden. We besluiten dit dan toch maar eens mee te maken en boeken een vaartochtje van boven (de Duitse kant) naar beneden, de Oder-kant, en weer terug. Ik maak een paar foto’s, maar reken net als de vorige keren op foto’s van Pieter. Hoe we nu hier kwamen is ons niet helemaal duidelijk, het komt bij Nel vandaan, die heeft het ergens gelezen… Het was vooraf in elk geval niet gepland, maar het is een mooi tochie. We lunchen in de campers en rijden door naar  Angermünde waar we langs rijden op weg naar Schwedt aan de Oder. Daar tank ik en krijg van Pieter een ijsje. En daar begint het gedonder, een omleiding die ons door een best wel mooi landschap leidt, maar door de tijd vergeten dorpjes met een wegdek van kinderkoppen en enorme kuilen.. af en toe denk je dat de boel wel uit elkaar moet rammelen. Buiten die dorpjes is het wegdek iets beter, met asfalt van een prehistorische tijd over de kinderkoppen heen gelegd. En dit neemt héél veel tijd… Als we uiteindelijk weer op de oude route zitten komen we ook vrij gauw op de autobaan naar Polen; Pieter rijdt de parkeerplaats van de douane op…we hebben toch niks aan te geven? Maar nee, nu mag Truus S. haar kunsten vertonen. Ons doel is een camping bij een jachthaven ten zuiden van Szczecin, in de buurt van de grote weg. Maar de navigator zegt dat we toch naar de stad moeten dus daar eerste heen. Onderweg betoog ik dat de camping zuidelijker ligt, en ja: Truus mag haar best weer doen, en dat doet ze. Ze brengt ons dwars door de stad naar de camping, die ik in eerste instantie natuurlijk weer voorbij rijd. De jongeman in de receptie spreekt goed engels, dus we boeken in eerste instantie voor twee nachten, aan het eind af te rekenen met een creditkaart, want tussendoor hebben we nog geen plek gezien waar je makkelijk aan zloty’s komt. Het is nog steeds warm, maar het waait lekker vanaf het water, de muggen moeten erg hun best doen om ons te steken. We eten nasi, de kip was nog wel wat ontdooid gisteren, maar het gehakt was helemaal ontdooid en ging dus naar het afval…zónde.                                                                                     Als het halfdonker is komen we in de onmiskenbare geur van wied, en wel zó sterk dat je denkt in een verslaafdenfeestje terecht te zijn gekomen. Een uurtje later steken ze een kampvuur aan, we zitten midden in de rook, en als we in de richting van het vuur kijken zien we alleen maar rook, geen vuur te bekennen, en ook geen mensen..                             Om elf uur ga ik douchen, best lekker voor het slapengaan, en nadat ik de internetverbinding heb geprobeerd.. hij ìs er , maar wat wankel. Morgen ga ik proberen het verhaal op reislogger te zetten, als er dan nog verbinding is.

Donderdag 24 juli. Het plan was, bedacht door Nel, dat we vandaag Szczecin zouden gaan bekijken, of liever Nel wilde dat; wij zouden een rustdag houden. Maar dan kondigt Nel aan dat ze toch maar niet gaan: we hebben nog wel een dag reserve, en dan gaan we morgen. We, of liever A gebruikt deze dag om de was te doen, het zal wel weer mooi weer worden. In de ochtend is het nog droog, en waait het, maar ’s middags betrekt het en regent het af en toe; de was aan de waslijn blies vanmorgen droog, nu waait het bijna niet en miezert het af en toe. Daarom toch maar de luifel uitgerold. Voor ons is dit eigenlijk een wat verspilde dag, en wij hoeven ook niet zo nodig naar Szczecin. We vinden een rustdag wel prettig, maar veel dagen hadden we niet over. Morgen maar mee naar de stad.

 

Vrijdag 25 juli. Om kwart over elf zijn we zover, we gaan. Kaartjes voor de bus gekocht bij de receptie, en het bedrag bij onze rekening gevoegd. Daar zijn ze hier wel makkelijk in. Na een kwartiertje wachten komt de bus, die brengt ons naar het busstation, daar stappen we over op een tram, die zo enorm wiegelt en hobbelt dat je verwacht dat-ie uit de rails zal lopen. Een minuut of vijf en we staan op de hoofdweg door de stad, waarvan Nel een kaartje heeft en een aangegeven wandeling. Een van de eerste dingen die we doen is geld pinnen, en wonder o wonder, er is een ING-bank. We kiezen het Nederlands uit het menu, en daarna volgt het geld vanzelf: Zl.500, -. Dan naar de koffie, waar ik me een oor laat aannaaien: vier cappuccino, afgerekend met 4 espresso erbij… hoe het kan weet ik niet, maar het is totaal Zl. 19,- da’s bijna 5 euro per kop! We wandelen verder, A en ik vinden het een beetje morsige stad, met een paar grote gebouwen uit de protserige Pruisen-tijd, en een of andere erepoort voor een Pruisische vorst.. En veel verder komen we bij de huizen met heel mooie gevels die Nel in haar boek had staan.. op de foto in het boek staan er twee, en dat is dan ook echt alles. We vinden wèl een mooi terrasje om te lunchen, een driegangenmenu voor Zl.20,-, dat is dus 5 euro!! Net zo duur als de koffie! Natuurlijk maakt het drinken het duurder, maar dat hoort er bij. We zitten rustig en lekker, doen er ruim een uur over en gaan dan met de tram en bus weer naar huis, nadat we nog even een pikarnie (bakker) hebben gezocht en gevonden op de markt, want het brood was op.                                                           We betalen meteen onze totale schuld, verblijf+wasmachine+buskaartjes, dan kunnen we morgen meteen vertrekken.

 

Zaterdag 26 juli. Van Szczettin naar Torun. V.09.25 Het is weer stralend weer, dwz. bloedheet, maar we klagen niet, want we wilden toch zo graag mooi weer? We hoeven het afvalwater niet te lozen, ik heb deze paar dagen een emmer onder de uitloop gezet, en die regelmatig geleegd. Maar de wc moet nog wel geleegd. Ik zet de camper in de buurt van de loosplaats, Pieter komt achter me aan, maar als ik bijna zover ben de wc uit z’n hokje te halen, komt er een wat oudere duitse vrouw in  een buscampertje aanrijden, die zet het ding dwars voor Pieter’s camper neer, haalt haar wc-cassette eruit en loopt ermee naar de loosplaats; we kijken elkaar verbaasd aan, ik dacht toch dat ik het eerste hier aan was gekomen. Ik heb geen zin in geruzie, maar Pieter vertelt mevrouw duidelijk dat hij het op z’n minst vreemd vindt dat ze haar camper dwars voor die van ons zet; ze mompelt wat, en vertrekt met loeiende motor.. waren  camperaars niet lieden die het leven rustig namen.. ik dacht het niet! Enfin we gaan door met ons water innamen en uitlaat werk, Pieter loost heel wat en neemt ook veel in; ik hoef niet zoveel voor onderweg, en vanavond zien we wel weer.                                                                   Naar Torun is nog een hele tocht, en het weer is weer net zo als de eertse dagen; ’s morgens stralend blauw, om een uur of twaalf komen er dikke wolken, het betrekt, de wind haalt wat aan, en vallen twee druppels regen en de zon is er weer, met wolken.. En het blijft heet. Om 16.55 komen we op de camping in Torun aan, afg. 305,7 km.    We vinden een plekje naast elkaar, en zien dat er nòg een nederlander is; die komt zich even later voorstellen, Gerard en Sietske Quint, medereizigers van de Baltische reis. In het gesprek vertellen ze dat ze hier wel vaker in de buurt zijn geweest, hebben hier kennissen wonen, en zullen dus vaak weg zijn. We zullen elkaar weer zien op de eerste camping. We draaien de luifels weer uit naar elkaar toe en zitten bij te komen. Het blijft al minder lang licht, maar nog wel warm. ’s Avonds horen we ook donder en zien ’s nachts bliksemflitsen, maar het onweer blijft ver.

 

Zondag 27 juli. Vandaag gaan we Torún in, het is een oud stadje aan de Wisla, met een groot aantal mooie gebouwen. We wandelen van de camping naar de brug, die is denkelijk wel een kilometer lang, en het is alwéér warm  ( niet klagen!!). We zien een stukje stadsmuur en hoge gebouwen, vnl. kerken. Rond het oude plein is het druk, overal terrasjes waar je kunt eten en drinken. We lopen eerst maar eens een rondje, zien het winkeltje waar je de beroemde “torúntjes” kunt kopen, doen dat ook, en na nóg een eindje om langs het in de 14e eeuw verwoeste kasteel van de Teutoonse Orde en de St. Jan gaan we zitten en eten een enórme ijscoupe leeg. A voelt hem halverwege al, laat mij het restje opeten, zodat we allebei overvol zijn , en dus eten we bij terugkomst, of eigenlijk vèr na terugkomst, alleen een kommetje soep en een keiharde boterham en een bakje sla; óók lekker. Ik probeer nog een keer mijn emailberichten weg te krijgen, mag zelfs achter de balie van de receptie gaan zitten, nou daar is de ontvangst werkelijk heel goed. Uiteindelijk probeer ik het via mijn “live” adres, en dat werkt wèl. Dus stuur ik de mailtjes, en later sms’t Nyne dat ze mijn mail heeft gekregen. We zien nog allerlei campers en caravans binnenkomen, een gaat er naast Pieter staan. Op een “momento dado “ loopt Pieter een rondje om z’n camper en komt mij met een grijns op z’n gezicht vertellen, dat als ik morgen weg wil, ik mijn electrakabel waarschijnlijk achter moet laten… hoezo? vraag ik wat dommig. Antwoord: de camper naast die van ons staat op je kabel. Ik er naar toe, en ja, de tandemasser staat met een van zijn dubbele stel wielen op mijn, toch ècht goed zichtbare gele kabel. Ik klop aan, krijg antwoord en een man stapt er uit. Ik leg hem uit dat ik toch ècht niet begrijp waarom hij bovenop mijn zeer zichtbare kabel is gaan staan. Zijn antwoord is, dat ik de kabel ook verkeerd heb gelegd, ik had hem niet rechtstreeks naar het electrakastje moeten leggen, maar langs de camper tot het hek, dan langs het hek en dan weer “schräg” naar het kastje. Mijn antwoord is, dat hij wel even bij me langs had kunnen komen om te melden dat die kabel hem in de weg lag. Op dat moment komt Nel te voorschijn en vertelt de man op schelle toon dat-ie toch niet helemaal normaal is, en een idioot. Ik probeer haar tegen te houden, want schelden heeft nog nooit een probleem opgelost. Ze laat zich niet tegenhouden, en Pieter komt er ook nog bij en vertelt de vrouw van de camperaar dat hij de handelwijze zeer onfatsoenlijk vindt ( waar hij gelijk in heeft) terwijl Nel ongestoord tegen de man tekeer gaat. Ik begin me zo langzamerhand wel te generen voor dit totaal ongeremde gedrag. Anneke kijkt eens verbaasd om de hoek, maar houdt zich wijselijk stil. Ik duw Nel een stukje terug, zeg tegen de man dat ik zijn reactie onfatsoenlijk vindt en trek me terug. Ik haal de kabel los uit het kastje, verleng hem en leg hem ruim langs de campers..  Zo, dat was voldoende voor één avond. Morgen weer rijden..

Maandag 28 juli. Van Torún naar Malbork. 142,3 km. Het zelfde weer, misschien nog wel heter. Vandaag weer een lange rit, lozen is niet makkelijk, de camper in het looshokje rijden een toer, maar het lukt. De loosplaats ligt alleen niet diep genoeg, het water wil er niet uit, en dat merken we onderweg. Het stinkt weer uit de afvoer.                              V. om 10 uur, wij mogen vanwege “Truus Snoopy” weer voorop, en we rijden dwars door het platteland. Verschil: de landbouwpercelen zijn hier wel kleiner, en liggen dichter bij boerderijtjes. In Oost-Duitsland zijn dus veel meer sovchozen geweest, wat we al wisten. Lang is het land vrij vlak, en dan komen we in de heuvels, met héél veel bos. Uiteindelijk bereiken we Malbork, rijden door de echt lélijke buiten wijken en komen op de camping aan, die naar verluidt dicht bij het kasteel ligt. ’s Avonds maken A en ik een wandelingetje, en dat valt tegen, van camping tot vlak bij het kasteel, dat echt groot is, is het wel een halfuur lopen. Terug bij de camper stellen we P en N voor dat zij morgen per camper naar het kasteel gaan en dat wij gaan fietsen. Aldus besloten, en dan is het al weer bijna elf uur, ik ga douchen en naar bed, het was een lange dag.

Dinsdag 29 juli. Zelfde weer, warm en zweterig (niet zeuren!!). Ik haal de fietsen uit het hok, maak ze klaar, en A maakt koffie. Half elf gaan we op de fiets, rijden naar de kassa’s en daar is het overvol. Er staat natuurlijk niet in een of andere westerse taal waar je moet wezen, maar na een poosje ziet A een kassa voor individuele toeristen. Daar moeten we wezen. We krijgen ook nog korting voor senioren, die we ons dankbaar laten aanleunen, en dan moeten we in de rij voor de audiotour-kastjes. Geen nederlandse natuurlijk, al hadden ze dat wèl in Potsdam-Sans Souci! Dan maar twee duitse en een engelse; Nel hoeft niet, die verstaat er toch niks van, zegt ze. Het is wel èrg lang, maar voor mij ook èrg interessant. Geen enkel woord over de manier waarop de heren ridder-broeders hier hebben huisgehouden, wel veel over de bouw, en vooral ook, hèrbouw, van dit werkelijk enorme kasteel. Herbouw in het begin van de twintigste eeuw, en ook nog een keer na de Tweede Wereldoorlog, want een grote foto laat zien wat voor puinhoop het in 1945 was. Er is dus herbouwd volgens nu verouderde inzichten, behalve de grote kerk voor de broeders, dat is een herbouw-ruïne maar daardoor wel geloofwaardiger. Tegen drieën geven P en N er de brui aan, wij zetten nog een halfuurtje door, waarin we nog twee stellen medereizigers ontmoetten. En  dan houdt het voor ons ook op: vol indrukken, en doorgezweet fietsen we naar huis. Zitten in de schaduw van de campers en ik werk dit verslag bij. Buiten 32,2 graden en binnen in de camper 38,5 bij thuiskomst. En Pieter vraagt: “hoe laat vertrekken we ?” We spreken af  9 uur.

 

Woensdag 30 juli. Van Malbork naar Mragowo. V. 08.50, maar omdat ik de verkeerde afslag neem, en terug moet, zijn we uiteindelijk toch wat later. Plan is om eerst naar de scheepshellingliften te gaan , een vijftal achter elkaar tussen twee grote meren. Na invoeren van de coördinaten geeft Snoepie als antwoord: Jelonki. Nou, we zetten haar aan en ze leidt ons feilloos naar de grote weg naar Warschau, maar het is voor P en N eerst tijd om koffie te drinken. Al kilometers van te voren zien we een McDonalds aangekondigd, en dit is een hele nieuwe nette, speciaal voor koffie denken we dan maar. Cappuccino in grote mokken, en een lekker stukje taart erbij, in een ge-airconditionde omgeving.. wel even lekker na bijna twee uur rijden in de hitte. We zijn vlot klaar en omdat we vandaag  210 km moeten rijden stappen we weer snel in. Na een kilometer of 40 moeten we van de grote weg af. We slaan af naar Jelonki, en wat denk je: de weg is afgesloten. Dus slaan we af en Snoep brengt ons naar een andere weg, en uiteindelijk rijden we een heel eind om, om op een plaats te komen die we veel directer hadden kunnen bereiken. Het kanaal, dat woord kende de wegwerker wel, daarvoor konden we wel langs het bord rijden dat inrijdend verkeer verbood, en we konden er ook makkelijk door, en bereiken dan het Kanaal. Een mager modderig stroompje van nog geen anderhalve meter breed, al járenlang geen scheepje meer doorheen gevaren. Maar er rijden wel vrachtauto’s Langs en er werken shovels, en verderop zien we een helling met rails, waartussen door een man of zes kinderkopjes worden gemetseld; een even groot aantal werkenden staat te kijken hoe er gewekt wordt. Nog verder de helling op staan twee ijzeren wagens op de rails, daar moeten de schepen dus op. Het is ons wel duidelijk, men is hier iets antieks aan het restaureren, hier komt geen beroepsschipper ooit nog langs, hopelijk af en toe een pleziervaartuig, en dat duurt nog jáááren.. Toch leuk gezien te hebben. Ik heb natuurlijk geen foto’s gemaakt, fototoestel weer vergeten. Misschien kan ik ze van Pieter lenen..

We zetten Snoep weer aan, en in een fractie van de tijd die het ons heeft gekost om dit wonder van techniek te bereiken, zijn we weer op de grote weg. Die houdt vèr voor Olsztyn weer op, maar is prima te berijden. In de buitenwijken van Olsztyn zien we een Lidl aangekondigd, en daar vallen we voor, en daar begint het gedonder: nergens een tweede aankondiging, en maar doorrijden. Na een 20 minuten keren we om, maar luisteren niet goed naar Snoepie, die ons volhardend de juiste route geeft; maar we wilden terugkeren op ons pad. Dat wordt hem niet, we zien alle buitenwijken van de plaats, die ik bij het bandbezoek al niet intrigerend vond. P en N zien nog een mooi stadhuis, ik moet teveel op het verkeer letten. Na een lange omweg komen we terug op onze route. Dan gaat het wel vlugger, als is het doel van onze tocht, de startcamping, wel bijna 10 km noordelijk van Mragowo langs een nauwe weg die iets wordt verbreed, maar beperkt wordt door een vrij steile helling. Aan weerszijden bomen als extra aandachtspunten. Maar we bereiken de “Seecamping”,  om 15.45, een terrassencamping bij een meer, waarin we nadat we Harry, Ellie, Piet en Joke en een heel aantal medereizigers hebben begroet en de boel hebben opgezet, nog even heerlijk gaan zwemmen. Er waait hier een lekkere wind, die na zessen nog flink aanhaalt, zodat ik de stoelen toch maar binnen zet, stel je voor dat ze in het meertje voor ons, een klein poeltje, waaien. Vanaf huis hebben we nu 1705 km. gereden, vandaag 240 km. Maar de voorraden zijn practisch op, gelukkig dat we morgenavond te eten krijgen!!

  

Donderdag 31 juli. Het is vannacht gaan regenen, wel lekker afkoelend, maar we houden dit weer de hele dag: af en toe een licht buitje endan weer droog. A. gaat wel wassen, en gebruikt de wasmachine, het duurt 2 uur voor-ie klaar is. Het drogen is een klein beetje problematisch, een lijn spannen gaaat nog wel, van de camper van P&N naar die van ons, aan de luifel, maar bij een (licht) buitje moet de schone was er weer vanaf. Maar het komt allemaal goed, het wasrek op het achterbed, en daar droogt het ook.         

’s Avonds hebben we de welkomstmaaltijd, op Poolse wijze , met Poolse muziek. En die zieke kok dan? zul je vragen. Die was wel ziek maar er werd wel gekookt en gebraden. Eerste gang soep, dan schalen groente, bestaande uit gesneden kool, stukjes paprika en ui en tomaat, en gegrilde karbonaadjes en worst. Wasecht lekker allemaal zei A. Allen het tweede worstje was denkelijk een bloedworst, en dat vind ik niet ;lekker. Toe een stukje appelgebak, en daar had een kopje koffie bij gemoeten. Het geheel opgeluisterd met poolse “volks” muziek, een accordeonist opp een roland-accordeon, dus een electronisch apparaat, met veel te veel geluidsversterking, en twee zangeressen. Een ervan sprak duits, en zo werd het toch nog een gezellig hollands feestje, compleet met polonaise.  Gelardeerd met twee glazen wijn, en een voor eigen rekening, was het wel weer mooi. Gauw naar bed, want morgen weer een lange rit, naar Suwalki, dicht bij de grens naar Litouwen.

 

Vrijdag 1 augustus. Het weer is een beetje grijs, maar dat vinden we niet erg; het is heel lang mooi weer geweest, en, zeggen we voldaan tegen elkaar, dit is toch mooi rijweer? Ons eerste doel is Swieta Lipka, een jezuïetenklooster met kerk, waarbij de kerk enorm barok is versierd en er een orgel (gróót) is met bewegende engelen en putti (plafondengeltjes). Dat maken we mee. We rijden de weg af , missen al of niet de afslag-we weten het nog steeds niet. Maar we blijken niet de enigen te zijn die hem missen, want op de andere weg er naar toe rijden we in colonne. Een behoorlijk smalle weg, en pas in een dal zien we de kerk in roze en wit. We parkeren, lopen naar binnen en vallen in een overdaad van barok, in blauw en goud. We horen dat over een half uur, om twaalf uur het orgel gaat spelen, dus wachten we rustig in een kerkbank op de dingen die komen gaan. Even voor twaalven stroomt de kerk binnen met mensen in alle leeftijden. Er begint een priester/monnik te spreken, ook wat in het Duits en even later begint het orgel te spelen. Aan het eind gaat de organist op gas, en het orgel dondert en bliksemt: de engeltjes met bazuinen draaien van links naar rechts, de engel bovenin met mandoline bespeelt haar instrument en de bolle baby’s laten hun belletjes rinkelen: indrukwekkend, nèt een draaiorgel maar dan anders. Het tweede nummer is tot mijn verbazing uit Carmen ( Toreador, pas op daar komt een stier aan..) en als laatste volgt Ave Maria van Schubert, wat meer in stijl.     We houden het voor gezien, we kopen een kaart voor mem, plakken er een postzegel op met de afbeelding van “ús pauske”, Johannes Paulus II, en vertrekken, op weg naar de Wolfsschanze..We rijden de aangegeven route tot we in een plaatsje Ketrzyn komen, waar we wij de eerste de beste supermarkt binnenvallen: je weet niet of er een betere komt, om over een Lidl maar helemaal niet te spreken. We drinken op het parkeerterrein ook koffie en gaan door, naar de Wolsschanze, op de plek waar Hitler een poos doorbracht toen de duitse troepen Rusland zouden veroveren, en waar door von Stauffenberg een aanslag op hem werd gepleegd. Mislukte, jammer genoeg, maar de bunkers, of liever de resten ervan staan er nog. Het blijkt een geliefkoosd uitje te zijn voor Polen, het parkeerterrein in een ongeregeld bos is stampvol. We zien P en N ook weer, als we halverwege de looproute gewoon teruggaan: we houden het voor gezien. We stappen weer in, en weg naar Suwalki. P en N volgen ons weer, of misschien meer onze Snoepie, want dat is de enige navigatie die het nog doet. Af en toe missen we elkaar, maar over het algemeen gaat het goed zo. Het is een heel eind , la s we aankomen op een splinternieuwe camping vlak b ij een voetbal stadion, en we ook nog bijna de ingangmissen, omdat die is verplaatst, is het 5 minuten voor zes en hebben we 163 km vandaag gereden. Een korte bijeenkomst met de reisbegeleiders en we kunnen gaan koken.. ik mag de opperdoezen gaan schrappen. Dat duurt erg lang, maar we ten er lekker van. Om 8 uur, onder de afwas, zetten we de tv aan voor het journaal, maar we krijgen de mededeling dat we geen service hebben, hoort niet tot ons pakket. Nu had ik allang verwacht dat de gratis doorgifte van Ned 1, 2 en 3 zou ophouden, maar daarvoor had ik met Canal Digital een contract gesloten; niet gelukt, dus. Ik vertrouw erop dat Nynke’s werk om het contract werkend te krijgen alsnog resultaat zal hebben. We zijn toch moe, dus kunnen we lekker slapen; het is vandaag de hele dag wat grijs geweest, en ’s nachts regent het ook nog.

Zaterdag 2 aug. Van Suwalki in Polen naar Rudiskes in Litouwen.Als we opstaan is het toch weer mooi weer. We douchen in het splinternieuwe toiletgebouw, en zo schoon. P&N rijden vandaag hun eigen route, die is gisteravond besproken, wij vertrekken om 08.45, want vandaag moeten we meer dan 200 km rijden. We rijden “in punten” eerst een stukje noordoost, dan een stukje zuidoost, want de rechtstreekse weg wordt verbouwd. Eerste stuk via een grote weg, prima te berijden, maar eerst komen we een Lidl tegen, en omdat we (een groot deel van) het assortiment kennen, en we dringend behoefte aan brood hebben, slaan we hier ruim in. Terug in de camper is het weer om te braden, maar we klagen niet. Het stuk zuidoost gaat door een mooi heuvelachtig gebied, een landbouwstreek, maar veel verzorgder en schoner dan waar we gisteren door reden. We steken de grens met Litouwen over ergens op weg naar Alytus, maar daarvoor buigen we alweer af naar het oosten. Zo’n 10 km in Litouwen zien we een grote uitzichttoren staan, vlak bij een meer, daar klimmen we op en daar komen ook P&N aan. Na een praatje, het is weer bloedheet, rijden we door, richting Druskininkai, dat zo’n typisch plaatsje moet wezen. Dat zal wel, wij zien het niet want kunnen nergens parkeren. En al zeker niet bij de supermarkt Maxima, waar we Litouws geld kunnen pinnen, parkeerterrein is vol. Dan maar door, naar de beeldentuin met gevallen helden van de SovjetUnie. Een handige jongen heeft een enorme hoeveelheid van die beelden gekocht en ze in een tuin gezet. Er is weinig tekst in het engels, dus wij stappen niet binnen, ik maak nog een paar foto’s van twee beelden, en we rijden door. Nu door het platteland van Litouwen, en waar we eerst dachten dat het schoon en netjes was, zien we nu ook steeds meer krotten van hout waar mensen in leven. En dat wordt later nog erger. Over hobbelige wegen rijden we naar het plaatsje Druskininkai, waar een km of acht in het bos de camping Harmonie ligt. Om half zes Litouwse tijd kom en we aan, nog steeds in zon , maar het is hier een uur later dan bij ons. Afgelegd 234 km.

Zondag 3 aug. Vandaag gaan we met de bus naar de Hoofdstad Vilnius. Vertrek om 10 uur, dat is gelukkig niet zo vroeg. De bus is een oud beestje, kraakt en piept in de veren, schakelen gaat begeleid met gekreun, en als –ie stopt voor een stoplicht, jammert-ie nog wat na, als een nestje jonge katten. Een paar medereizigers lachen er hard om, maar het is het middel van inkomen van de chauffeur, die langzaam en rustig rijdt, en voorzichtig is met z’n apparaat. Te langen leste komen we aan bij de zuidkant van de oude stad, de Poort van de Dageraad (Ausros Vartai). Eronderdoor lopend zie je op de eerste etage een soort van openlucht-kerk, waar een dienst wordt gehouden, rooms-katholiek. We staan even te luisteren en kijken, en lopen dan door, de Auros Vartu galvè op.Bij de eerste de beste gelegenheid drinken we gevieren cappuccino, en besluiten dan een wandeling te volgen van het boekje over de Baltische hoofd-steden , met als onderwerp het oude joodse centrum, waar voor de oorlogen meer dan 50.000 joden woonden, nu totaal in de stad ongeveer 8000. Er is weinig over van de nauwe straatjes van het ghetto (er waren er twee), we worden langs een grote straat geleid en besluiten het maar op te geven en een aantal kerken en gebouwen te bekijken die op ons lijstje van de reis staan. We bekijken de ene na de andere kerk, eten in een restaurantje gevulde hartige pannenkoekjes, en eindigen op het grote plein bij de Grote Kathedraal. Daar rechtsachter zien we de toren van Gediminas, die ooit vorst over dit land was. De toren staat op een hoge natuurlijke heuvel; die gaan we niet beklimmen. We komen twee andere medereizigers tegen, en zoeken de “funicular”, het kabelbaantje. We vragen in het heerlijk koele museum aan een jonge vrouw bij de kassa waar die is, en ze antwoordt ons vreselijk stotterend dat we om de gebouwen naar de noordkant moeten lopen. Dat is gelukkig niet ver, want het is brandend heet in de zon. Met de kabelbaan naar  boven, een eitje, en we lopen een beetje omhoog naar de toren. Om die te beklimmen moeten we nòg een keer betalen, en dat doen we niet. We maken foto’s van het enorme uitzicht, en dan is het drie uur, de bus verwacht ons tien voor vier, dus gaan we wat drinken en prompt op tijd verschijnt de bus. Met hetzelfde slakken-gangetje terug naar de camping, waar onze camper inmiddels in de schaduw staat.  Kopje thee, en nòg twee.. en tot slot een rosé. Na onze warme lunch is een boterham genoeg, wel met een soepje, het laatste pak. Om zeven uur laat Wim Brauns, de campingeigenaar, een video zien over zijn werk hier: jongeren en kinderen kennis laten maken met sporten, ze zo een doel geven. Hij heeft op de eerste avond al het nodige verteld, over dat na de “wende” de partijbonzen precies wisten hoe ze de produktiemiddelen in handen moesten krijgen, en hoe ze later met mooie plannen subsidies kregen vanuit Brussel, waarvan niemand ooit kontroleerde of die plannen wel werden uitgevoerd, en de plannenmakers uitstekend voor zichzelf zorgden. Een feit is dat de armoede op het platteland heel erg is, dat er kennelijk weinig initiatief uitgaat van de gewone mensen, en dat in de winter hier vooral door oude mensen, veel vrouwen, echt geleden wordt.  We zullen dat morgen zien, zegt hij.                                                          We maken het niet laat, al is het nog warm in de camper, buiten wordt het snel kouder.

Maandag 4 aug. Vandaag een fietstocht, waar Wim ons, vergezeld van een paar van zijn pupillen, ons het platteland laat zien… mensen leven in hutjes, erger dan ik vroeger ooit heb gezien in de arme friese wouden. We fietsen ook langs toonbeelden van niet afgemaakte projekten, en langs de school waar hij vrijwilliger is en sportles geeft. De sportzaal wordt verbouwd, en men hoopt dat die klaar is vóór de winter. Het is een mooie tocht, door velden over grote zandwegen en door bos, maar wel een beetje veel van het goede voor de meeste deelnemers.

Dinsdag 5 aug. Onze laatste dag hier, een heel mooie plek met prima sanitair. De bus vertrekt, alwéér in stralend weer, naar het kasteel in Trakai, een herbouwd kasteel uit de 14e en 15e eeuw. Het is maar een klein eindje, ’t ligt mooi in een merendistrict, en er is een nogal uiteenlopende collectie van allerlei kustvoorwerpen, voornamelijk uit west-europa. Dat is in het buitenkasteel. Het binnenkasteel is wat meer in stijl, met allerlei zalen over allerlei onderwerpen. We bekijken alles samen met een ander stel, en dan is het bijna tijd voor de maaltijd. Nog even een kopje koffie, en dan de lunch in een restaurant; prima!  Dan weer in de hete bus, stoppen bij een supermarkt, waar de bus het opgeeft. Terwijl wij in de supermarkt zijn haalt een medereiziger de spullen uit de bus, en voor we het in de gaten hebben is de bus weg. Maar even later staat er een andere bus, en worden we in vliegende vaart terug gebracht. Onderweg zien we de hemel al gauw donker worden, zou het dan toch gaan onweren? Ja, een heel klein beetje, met een heel klein regenbuitje, dat nauwelijks indruk maakt. Het is al gauw weer droog, en zitten we weer buiten koffie te drinken. Wat later eten we het gekochte brood, en ga ik dit verslag bijwerken. Morgen gaan we weer een lange tocht maken, naar de kruisenheuvel bij Siauliai, waar geen voorzieningen zijn.

 

Woensdag 6 aug. Van Rudiskes (camping Harmonie) naar de camping bij de Kruisenheuvel (Svetainé prie Kryziu Kalno) bij Siauliai. (264 km.)Het landschap, nog steeds met veel bossen, verandert van flink heuvelachtig naar veel vlakker. We rijden eerst terug naar Trakai, waar het kasteel aan het water ligt, en volgen dan verder de route. P&N rijden voorop, want P. wil naar de opgravingen bij Kernave. We verrijden ons echter, rijden voorbij de afslag en komen op de grote weg naar Vilnius terecht.. daar hoeven we niet weer naar toe. Na een kilometer of vijf ziet P een afslag, een zandweg zoals er hier nog zoveel zijn, die echter onder de weg door leidt, en ons zo weer op het goede spoor brengt. Bij Kernave parkeren we, de weg is afgesloten, men is kennelijk net bezig de aanrijweg te vernieuwen. We lopen door naar een kerkje, waarachter een paar heuvels liggen, met in de verte de rivier. De heuvels zijn door mensen gemaakt, blijkens de opgravingen al in voorhistorische tijden. P. gaat op ontdekking uit, wij vinden één heuvel beklimmen wel mooi zat. Op een aankondigingsbord staat dat het “hill forts” waren, in mijn beleving woonheuvels, waar mensen beschermd konden wonen. P. noemt het verdedigingsforten, maar daar was toen nog geen sprake van. We slaan het museum over, achteraf wat dom, daar had ik wat meer informatie kunnen vinden. Na totaal een uur te hebben rondgelopen vinden wij het welletjes, P&N blijven achter, P. is nog niet terug van zijn ontdekkingstocht. Als hij terug is willen ze eerst koffiedrinken; wij hebben onze eigen mee.We rijden verder over de hoofdweg, dat schiet tenminste op. De officiële route gaat via de binnenlanden, vanwege het mooie landschap. Dat zien we hier ook wel, het wordt duidelijk veel vlakker, en ook meer grote percelen land. Veel tarwevelden zijn al leeg, er is al veel geoogst, maar er valt nog veel binnen te halen. Als dit weer zo heet blijft, zal dat wel goed gaan. We tanken onderweg nog eens een keer, en komen om 16.15 aan bij de camperplaats, waar geen enkele voorziening is. De toegang is versierd met grote engelen van stro en van kippengaas, toch wel mooi. In het routeboek staat wel dat we er een maaltijdsoep zullen krijgen. We hebben 264 km. afgelegd.    Even na zessen gaan we eten, en blijkt de soep plotseling een bord met salade, aardappelen en vlees te zijn. De soep zou in de openlucht gemaakt worden, maar toen men wilde beginnen stortregende het, en werd de maaltijd verplaatst naar een overdekte ruimte. Wij hebben onderweg nauwelijks regen gehad, maar hier is aan de plassen te zien dat het hard heeft geregend. We kunnen nog mooi voor de maaltijd naar de kruisenheuvel wandelen, de heuvel is een heuveltje, maar stampvol met kruisen; oorspronkelijk begonnen als verzetsdaad tegen de Duitse en later Russische overheersing, waarbij de overheersers bij daglicht alle kruisen weghaalden, en er ’s nachts nieuwe kruisen werden geplaatst. Ik vind dat de roomse kerk er sinds de bevrijding van de Letten mee aan de haal is gegaan; een uitspraak van Joh.Paulus II, in grote letters in hout uitgesneden, getuigt daarvan. Net voor het eten zijn we terug, lopen naar het afdak en worden bediend. Bij de oorspronkelijke maaltijd zouden we het maanzaadbrood en het gemberbier moeten proeven We besluiten samen zo’n flesje te nemen, dat smaakt een beetje naar oud-bruin. Achteraf blijkt dat we de enigen zijn geweest die gemberbier hadden, alle bierdrinkers kregen gewoon bier…                                                              ’s Nachts is het hier niet zo erg stil, het verkeer raast langs de weg, alleen bij een paar regenbuien hoor je het niet.

Donderdag 7 aug. Van de Kruisenheuvel naar Zorgi (Letland).Om half negen schrik ik wakker, we hadden geen wekker gezet, want de geluiden van de medereizigers zouden ons wel wakker maken.. We proberen de tijd in te halen, snel ontbijt klaarmaken, eten en in de camper douchen.. Het weer is intussen wel weer erg heet, en af en toe een dunne wolk. Als ik uiteindelijk buiten kom, zijn  er al heel wat campers van onze groep vertrokken, ook P&N, tot onze verbazing.. ze hadden ons toch wel even kunnen waarschuwen? We vertrekken uiteindelijk om half elf, voor ons doen erg laat. Ons eerste en enige pleisterplaats is na de grens met Letland het kasteel Rundale. In Letland wordt er hier en daar aan de weg gewerkt, de stukken aan het einde van Litouwen zijn puur slecht, in Letland worden hele wegen opnieuw aangelegd, dus alle verkeer over één weghelft. Als we van de hoofdweg afslaan ri. Bauska, om naar het kasteel te gaan, is het wegdek hobbelig tot matig, en weer prijs ik de nieuwe veren van de camper.. Uiteindelijk zien we het kasteel rechts van ons boven de bomen uit liggen en zetten de camper op de parkeerplaats. Er staat nog een tiental campers van de groep, dus we zijn niet alleen. We wandelen door de toegangspoort en lopen over het voorplein, bestraat met keien, naar de hoofdingang. We kopen een kaartje voor de lange tour door het kasteel, èn de tuinen. Het is alweer warm en benauwd. Het kasteel is mooi gemeubileerd, de teksten zijn in het Ests en het Russisch, maar in de meeste kamers zijn geplastificeerde bladen met een engelse tekst. Zo lopen we al lezend, en vooral kijkend naar de prachtige tegelkachels, door het kasteel, kopen aan de eind van de tour een bekertje koffie uit een automaat en lopen de tuin in. Bloemperken en gras netjes bijgehouden, de paden in stralen vanuit de tuintrappen van het kasteel lopend. Mooie classicistische tuin, na verloop van tijd vinden we het wel mooi en lopen terug naar de camper. We zijn er van twaalf tot half drie geweest. Een heel mooi kasteel, netjes onderhouden, dat kost een vermogen. We eten een broodje en gaan dan door. Het is niet zover meer naar onze bestemming Zorgi, camping Labirinti, tussen Bauska en Riga. Aankomst 15.22, afgelegd 103,8 km.

Vrijdag 8 aug. Vandaag gaan we met de bus naar Riga, waarvan een beschrijving in het routeboek. We zijn er al even over tienen, en lopen met P&N te zoeken naar een terras of restaurant voor de broodnodige koffie. Onderweg zien we een paar mooie panden, gildehuizen e.d. en komen op het plein bij de dom. Daar vinden we koffie op een terras, al is de cappucino hier ook al € 2,70, we waren andere prijzen gewend. P&N willen eerst op zoek naar de “jugendstil huizen”, dat is wel even lopen, maar we vinden ze.. Een buurt van ambassades, grote auto’s en die met chauffeurs. In de Alberta Iela ( “straat”, denk ik) staat er een hele serie, de meeste al opgeknapt, en een paar naar ontwerp van Eisenstein, de vader van de filmer in Sovjetdienst. Dan gaan we onze eigen gang, terug naar het centrum en zoeken de kruittoren op, eigenlijk is het hier allemaal dicht bij elkaar. We lopenlangs de kazerne, waar nu veel kleine winkeltjes in zitten, draaien om de Kruittoren heen terug naar de oude stad, het huis met de katten, de Gildehuizen, en gaan dan in een openlucht restaurant wat eten: een salade en een broodje kip. Terwijl ik het zit te eten, zie ik over Anneke’s schouder een restaurantje aan de overkant van de straat met het aanbod van een driegangen-lunch.. alweer te snel beslist. Nou ja, dit is ook lekker. We wandelen verder op zoek naar de restanten van de oude stadsmuur, vinden die ook, en lopen dan de St.Jan binnen, een lutherse kerk met nog wel een kruisbeeld. Er heerst diepe rust.. we zitten een poosje te kijken naar de naar ons idee skandinavische motieven. Dan bereiken we het Raadhuisplein, met het geheel vernieuwde raadhuis, in de oorlog totaal kapotgeschoten, zoals zo veel hier. We bekijken ook het huis van de Zwartkoppen, mooi in rode baksteen, en ik herinner me dan dat ik nog euthyrox moet scoren. Bij de info-toeristenbalie vragen we waar we een apotheek kunnen vinden, hier heel dichtbij, is het antwoord. Een wat oudere vrouw in de apotheek staat ons heel vriendelijk te woord, wat al behoorlijk uniek is.. de meeste mensen zijn hier niet echt vriendelijk. Mevrouw heeft wel het medicijn, maar niet de goede sterkte, ze verwijst ons naar een andere apotheek die het misschien wel heeft, tekent de looproute aan op onze kaart, het is vlak bij waar we gegeten hebben. Daar beantwoordt een jonge vrouw in goed engels onze vraag, keuze tussen te sterk of te zwak, te zwak dan maar. Deze vrouw is vrij stug, precies zoals we hier gewend zijn. We betalen, en dan herinnert A. zich dat we nog een sterker middel tegen muggenbeten moeten hebben. Nu is een jonge man vrij, hij beantwoordt onze vraag vriendelijk, maar durft ons kennelijk niet aan te kijken…  Eruit, even rondkijken in het koopcentrum waar luxe heel gewoon is.. We trakteren onszelf op een kopje koffie met een heerlijk gebakje, en zitten even lekker naar het winkelpubliek te kijken. Dan willen we de hallen nog zien, ooit gebouwd als bouwplaatsen voor Zeppelins, drie halve bogen naast elkaar groot, waar van alles ter koop is. Op het voorplein vallen we voor de blauwe bessen, de pruimen en de frambozen, dan naar binnen. Alle soorten voedsel die je je kunt voorstellen, de visafdeling is helaas half leeg, maar er zijn nog toonbanken genoeg met gerookte vis, en nog een grote met zalm in alle stukken en afmetingen… heerlijk om mee te nemen maar we zijn al voorzien. Versleten wandelen we naar de plek waar de bus ons weer zal oppikken en zoeken een plekje in de schaduw. Dan met de bus terug naar Zorgi. Veel gezien, een mooie dag.

Zaterdag 9 aug. Het heeft vannacht geregend, en flink ook, maar de dag is droog, zij het met grijze wolken. We hebben een vrije dag, besluiten om een stukje te fietsen naar een

Foto’s

2 Reacties

  1. Janna:
    31 juli 2014
    Leuk hoor om mee te lezen :-)
    Blijf vooral genieten!
    Liefs,
    Janna
  2. Kees en Annelies van Woerkom:
    4 augustus 2014
    Mooie reis hebben jullie tot nu toe Hoop voor jullie dat de rest ook fantastisch wordt!